"Afscheid van de wapenen" (Ernest Hemingway) en "Wolven huilen" (Erik Vlaminck) - recensies door Glenn Govaert



Afscheid van de wapenen speelt zich af in de laatste fase van de Eerste Wereldoorlog.
Het boek begint een beetje langdradig, waar de auteur de tijd neemt om eerst de sfeer, situatie en omgeving te schetsen. Hoewel dit zeer informatief is, komt het eigenlijke verhaal hierdoor traag op gang en heb je als lezer aanvankelijk moeite om in te pikken en in het ritme te komen. Anderzijds helpt deze informatie je verder in het verhaal wel om je te optimaal te kunnen inleven, en om bijvoorbeeld te beseffen hoe het moet geweest zijn om die oorlog te beleven.
Een Amerikaanse soldaat die in dienst is als ambulancier bij het Italiaanse leger, leert de Engelse verpleegster Catherine kennen. Hun liefde is verboden, de relatie moet geheim blijven. De oorlog staat als een muur tussen hen in.
De wisselwerking tussen de harde scènes aan het front en de liefdevolle ontmoetingen zorgen voor een aangenaam contrast. De twee vechten zich doorheen de tegenslagen die hun pad kruisen. Maar wanneer aan het eind van het boek de toekomst hen eindelijk lijkt toe te lachen, neemt het verhaal nog eenmaal een dramatische wending. Het emotionele hoogtepunt (dat helemaal op het eind nog totaal onverwacht komt) ervaart de lezer als een kaakslag die blijft nazinderen, en mag beschouwd worden als een geniale finishing touch van een sterke roman.
Ernest Hemingway was niet de bedenker van fantastische verhalen. Zijn werken zijn vaak rauw en uit het leven gegrepen. Zonder al te veel tierlantijntjes.
Hemingway is één van de pioniers van de moderne literatuur, die de weg heeft geplaveid naar een eenvoudige krachtige schrijfstijl.  Zijn werk vormt een inspiratiebron en referentiepunt voor meerdere generaties hedendaagse auteurs.  Daar mag ondergetekende zich dankbaar bijrekenen.




De hoofdpersonages Alfons en Liza beleven onstabiele jeugdjaren in het begin van de twintigste eeuw. Voor beiden zal dit blijvende nefaste gevolgen hebben gedurende hun verdere leven.
Fons is een eigenzinnige solitair. Zijn woekerpraktijken en gebrek aan empathie zorgen er mede voor dat hij niet populair is bij de mensen. Liza heeft haar leven lang de foute mensen ontmoet en ongelukkige keuzes gemaakt. Ze groeide op in een bruine kroeg waar enkel mannen van bedenkelijk allooi over de vloer kwamen, inclusief haar eigen vader. Dit maakt haar wantrouwig en gereserveerd tegenover de buitenwereld.
De wegen van Fons en Liza kruisen wanneer Fons tijdens de oorlog in het café onderduikt om niet naar Duitsland te worden gedeporteerd, waar hij als arbeider was opgevorderd. Hij wordt alsnog ontdekt en opgesloten door de bezetter. Een tijdje later duikt hij weer op bij Liza in het café.
Na de oorlog komt aan het licht dat Fons een ‘zwarte’ was (iemand die mensen heeft verraden aan de bezetter, uit eigenbelang) en hij wordt het mikpunt van wraakacties. Liza staat eveneens in het oog van de storm omdat ze hem onderdak heeft geboden.
Uiteindelijk emigreren ze samen naar Canada, waar ze hun verdere leven slijten als koppel met een verstandsverhouding, maar nauwelijks affectie. Ze leven er als kluizenaars, afgelegen, op het platteland. De herinneringen en demonen uit het verleden kunnen ze echter niet ontvluchten.
In het begin is het even wennen aan de manier waarop Vlaminck de indeling maakt tussen de personages. Er wordt afwisselend verteld vanuit het standpunt van drie verschillende personen. Meestal beurtelings Fons en Liza (het verhaal gaat tenslotte ook over hen), met af en toe een intermezzo van de ik-persoon (die blijkt dan een achterneef van Liza te zijn, die toevallig hun bestaan ontdekt en meer te weten wil komen).
Ook de tijdsprongen zijn nogal complex. Het ‘heden’ is gesitueerd eind jaren tachtig/begin jaren negentig, en dan wordt er terug gegaan in de tijd, waar het eigenlijke verhaal zich begint af te spelen in de aanloop naar de tweede wereldoorlog. Maar daarin zijn dan weer flashbacks naar de prille kindertijd verwerkt.
De auteur hanteert wat ik ‘een eerlijke schrijfstijl’ noem. Dat wil zeggen zonder overbodige opsmuk of franjes, en zonder de neiging om bewoordingen of zinnen complexer te maken dan nodig. In de meeste zinnen staat geen woord te veel of te weinig. Hij onderhoudt een aangenaam ritme in het boek, met af en toe een verrassende wending.
Deze schrijfstijl, in combinatie met een krachtig en ontroerend verhaal, zorgt voor een werk dat voor een breed publiek toegankelijk is. Eens je volledig mee bent met welk personage welke rol heeft, leest het boek bijna vanzelf en vlot tot het einde.
Kenmerkend voor Erik Vlaminck zijn de karakteristieke Vlaamse elementen in zijn taalgebruik, waardoor het geheel vertrouwd overkomt.
Er is nagedacht over ieder personage, en diens achtergrond en karakter zijn gedetailleerd uitgewerkt. Ook de unieke ‘randfiguren’ uit de dorpsgemeenschap (bv. de stamgasten) geven extra kleur en diepgang aan het verhaal. Vlaminck koos duidelijk voor een voor hem bekende omgeving, wat alles extra geloofwaardig maakt.

Reacties

Podcast Het Academisch Kwartier

Luisterboeken Podcast

Podcast Mysterieus België